Bangkok en het rode protest

Kaart van Bangkok en omgeving

We worden al weken door, vooral de televisie, op de hoogte gehouden van de protesten die in de straten van Bangkok tegen de regering wordt gevoerd, en wat ik begrijp vooral tegen de premier is gericht. Als ik die beelden zie doe mij dat sterk denken aan de revolte in Parijs in de zestiger jaren (ik ben oud genoeg dat ik dat toentertijd zelf dagelijks  heb kunnen volgen) de provo-beweging en de bezetting van het Maagdenhuis. Ik zie veel overeenkomsten, vooral in de manier waarop de journalisten met dit soort protesten omgaat.

Want wat mij opvalt is, dat bepaalde kritische vragen over wat daar gaande is en of iedere bewerking wel klopt, correct zijn, respectievelijk wat daar werkelijk aan de hand is, ontbreken.  De vragen die ik zou hebben en als journalist zou stellen en proberen te beantwoorden zijn:

1. Hoe groot is nu eigenlijk de beweging? Het komt op mij over dat het zeker geen volksopstand is, maar een betrekkelijk kleine groep, waarschijnlijk studenten, die de publiciteit van de media heeft weten te vangen en daardoor aanzienlijk meer kabaal maakt dan op grond van hun steun bij de bevolking (ook die buiten Bangkok) heeft. Dergelijke analyse zijn bij mij weten niet gemaakt: de media gaat er vanzelf sprekend vanuit dat het een grote massale volksopstand is. Ik hoor ook niets van opstanden of betogingen/protesten in andere plaatsen van het land. Erg diep gaat blijkbaar de protesten niet. Een bewijs is niet het interviewen van een “toevallige” voorbijganger. Iedere journalist weet dat hij altijd wel een voorbijganger vindt die de gewenste teksten zal uitspreken.

2. Hoe legitiem is de “eis” van de betogers? Ik heb de indruk dat volgens het lokale staatsrecht er niets onrechtmatig is gebeurd en  dat het vooral dus gaat om de eis van aftreden van een politieke tegenstander, die verder niets heeft misdaan, anders dat het volgens het Thaise staatsrecht is gekozen tot premier. Ik weet het ook niet zeker, maar ik constateer dat wordt gesuggereerd dat de betogers aan de goede kant staan (vrijheid, democratie van) van een dictatoriaal systeem. Volgens mij is Thailand een tamelijke democratie, waarschijnlijk niet in alle opzichten volgens onze standaarden, maar het is zeker geen dictatuur als Burma, Viet-nam, Noord-Korea.

3. Wie organiseren die betogingen? Het is zeker geen spontane actie; de leiders van de beweging maken een professionele indruk, geschoold in propaganda en bespelen van de pers; er moet veel geld zijn om de protest middelen te bekostigen. Kortom er zit een beweging achter. Wie of wat dat is blijft voor ons onduidelijk, er wordt niet over gesproken. De leiders maken op mij ook niet de indruk dat ze zeer over van democratische beginselen. Let wel op, we willen dat liever niet horen, maar de leiders van studenten opstanden in Parijs (en ook in Nederland) waren over het algemeen geharde fundamentalistische communisten, die er niet tegen op zouden zien, als ze hun gelijk hadden gekregen en aan de macht waren gekomen, hun politieke tegenstanders uit naam van het welzijn van het volk, de mond te snoeren of een kopje kleiner te maken. In die tijd heb ik mij verbaast over de demagogische optreden van de studenten leiders in collegezalen, die uit naam van democratie een uiterst onverzoenlijk en in wezen zeer gewelddadig optreden laten zien; en wat het meest verontrustende was dat de politiek en de media dat gedrag op geen enkele manier aan de orde (durfde) te stellen.

4. Hoe grote verstoring van het dagelijkse leven zijn de betogingen nu eigenlijk? Het is duidelijk dat de betogers, actievoerders het leven in een deel van de stad Bangkok ontwrichten. Ook hier kan echter spraken zijn van gezichtsbedrog. Toen de kakersrellen in de Vondelstraat in Amsterdam uitbraken, gingen de beelden de hele wereld rond, als of heel Nederland, dan tenminste heel Amsterdam in vuur en vlam stond. In werkelijkheid ging het letterlijk maar om twee straten, en dat beeld werd door de journalisten ook niet gecorrigeerd. In die tijd weigerden in ieder geval onze amerikaanse zaken partners naar Nederaland te komen voor overleg, want “dat was veel te gevaarlijk”.  Het zou goed zijn dat we ons als publiek van de media realiseren dat veel dat wij als onregelmatigheden en protesten op TV zien, niet veel meer is dat een georganiseerd straattoneel dat alleen wordt opgevoerd als de televisie-camera’s draaien. Nu zal het in Bangkok allemaal wel enige omvang hebben, maar echt zicht daarop hebben we hier niet.

5. Waarom wordt er nu pas door de machthebbers, die slechteriken, gewelddadig ingegrepen? Wat mij opviel was de – tot voor kort – uiterst tolerante opstelling van de heersende machthebbers en politici. Bereid tot overleg, weinig werd de betogers in de weg gelegd. Er werd niet opgetreden, of anders zeer beheerst. Desondanks bleef de toon van de protesterenden zeer onverzoenlijk. We weten het dus niet, want daarover wordt niets gezegd, wat die machthebbers nu hebbend doen besluiten om wel geweldig te gaan optreden.  Dat is nooit leuk en vaak niet goed te praten. Maar zonder antwoorden op bovengenoemde vragen hebben we hier misschien wel snel ons oordeel al klaar en scharen ons aan de kant van de “roden” terwijl we eigenlijk niet weten waar we dan voor kiezen. Misschien is dat een partij waar we helemaal niet mee geïdentificeerd zouden willen worden.  Waarschijnlijk zal pas over decennia duidelijk worden of onze huidige sympathie voor de opstandelingen terecht was en of we ons niet door de oppervlakkige en gevoelsmatige sympathie van de ter plekke zijnde media verkeerd hebben laten leiden.